Pasen. Mooi moment om eens stil te staan bij zij die stierven voor zonden en eigen gewin volk en vaderland. Dus vandaag duiken we vanuit de diepste gekrochten van de geschiedenis naar de ware pareltjes van onze krijgsmacht. Uiteraard zal er de nodige volkslegende en folklore tussen zitten, maar aangezien we zojuist met konijnenoren een stel kindersuprises uit de klei hebben staan trekken is het nu niet het moment daar een al te heet hangijzer van te maken. Daarom presenteren wij met gepaste trots en de aandacht die het verdient: de Stukje Duiding top 10 militaire eindbazen.
#10 Kenau Simonsdochter Hasselaer
Scheepsbouwer en houthandelaar, “ooc een cloecke vrouwe“ vocht actief mee tegen de Spanjaarden met degen, spies, geweer of kokend pek. Dat laatste deed ze vanaf de Haarlemse stadsmuur samen met ongeveer 300 andere vrouwen: die wisten toen nog raad met potten en pannen. Mooie tijd, komt nooit meer terug.
#9 Jan Jozua Barendsen
Luitenant-kolonel van het Koninklijke Nederlands-Indische leger, raakte tijdens de Tweede Wereldoorlog via de Ordedienst actief betrokken bij het verzet. Toen Nederlandse burgers nauwelijks kwamen opdagen (36 van de 4000 opgeroepenen) om versterkingen bij de IJssel aan te leggen, besloten de bezetters om met o.a. Barendsen een voorbeeld te stellen. Voor het vuurpeloton knoopte hij zijn jas open en begon het Wilhelmus te zingen. Ballen. Staal.
#8 Maurits van Oranje
Onze Nederlandse bijdrage aan de militaire revolutie. Samen met neefje Willem Lodewijk kennis van de Romeinse, Griekse en Byzantijnse strategische tactieken die zij succesvol wisten toe te passen tijdens veldtochten. Zo wist Maurits de slag bij Nieuwpoort (1600) te winnen door gebruik te maken van de omgeving: kijkend tegen de zon in, vergezeld van een straffe tegenwind, buffelend door het mulle zand moesten de Spanjaarden de infanteristen te lijf gaan die verdekt opgesteld achter de steile duinen waren. Het Staatse Leger had de kanonnen (in tegenstelling tot de Spanjaarden) geplaatst op houten blokken zodat deze niet wegzakten. Door aan te vallen in formaties wist het Staatse Leger de Spanjaarden de baas te zijn. Waar voorheen gevechten vaak één-op-één waren en troepen snel uiteen werden gedreven, kwam in deze periode de infanterie op. Het was volgens Maurits belangrijk om infanteristen te ‘drillen’ om in formatie te blijven staan, ook al voelde het tegennatuurlijk aan wanneer je kameraden naast je werden geraakt. Stukje inzicht.
#7 320e squadron van de Marine Luchtvaartdienst
Opgericht in 1940. In 17 augustus 1943 begon dit squadron met het bombarderen van rangeerterreinen in Calais, deze missie was de eerste in een reeks van 3500 missies waar totaal 140 militairen het leven lieten. Een bescheiden bijdrage werd geleverd tijdens Operation Overlord. Nederlandse schade na de invasie: 8 B25 Mitchells en 25 man. Eindbazen. Allemaal.
#6 Michiel de Ruyter en Johan de Witt
Er zijn vele redenen te noemen waarom deze heren – de één admiraal en zeeheld, de ander raadspensionaris die een wrede dood stierf – eindbaas genoemd kunnen worden. Dat lesje geschiedenis leren jullie jezelf maar. Eigenlijk is er namelijk maar 1 echte reden waarom beide heren deze status verdienen: zij waren het die het Korps Mariniers oprichtten in 1665. Wie kent niet het legendarische – op een waargebeurd verhaal gebaseerd – rijmpje: “In 1665 zei Neerlands grootste Admiraal, naast een vloot van ijzer wil ik een korps van staal!” Zijn we ze nog steeds dankbaar voor.
#5 Johan Henri Azon Jacometti
Na een opleiding aan de Koninklijke Militaire Academie en een militaire carriere in Nederlands-Indië, stelde Jacometti zich, na eerder al met eervol pensioen te zijn gegaan, vrijwillig beschikbaar voor het Nederlandse leger in de strijd tegen Duitsers. Dat alleen is natuurlijk al voldoende voor de titel ‘militaire eindbaas’, maar dit is nog lang niet alles. Toen de Duitsers in 1940 tot aan de Grebbeberg waren doorgestoten organiseerde Jacometti op eigen initiatief een tegenaanval die hij tevens zelf aanvoerde. In de veronderstelling dat hij het zou gaan opnemen tegen een handvol Duitsers ging hij met 40 soldaten tot de aanval over. “We zullen ze er wel even uitgooien en er met de blanke klewang op ingaan”, sprak hij zijn mannen heldhaftig toe. Achteraf een grote vergissing. De Duitsers waren sterker dan gedacht en tot overmaat van ramp werd Jacometti ook nog eens door eigen troepen onder vuur genomen. Gevalletje ‘ieder plan sneuvelt bij het eerste vuurcontact.’ Jacometti sneuvelde en de aanval liep vast. De majoor ligt sindsdien begraven op het Ereveld Grebbeberg (zie #1) en kreeg postuum de Bronzen Leeuw toegekend. De dunne scheidslijn tussen heldendom en roekeloosheid… oordeel zelf maar.
#4 Jan van Speijk
Om even in de sfeer te blijven van het fijne lijntje tussen heldenmoed en roekeloosheid gaan we even terug naar 5 februari 1831. Van Speijk kreeg de opdracht naar de Oosterweelde te varen maar dreef af en voer de Schelde op. Toen zijn schip bestormd dreigde te worden door Antwerpenaren, pakte hij zijn sigaar en met de woorden ” …en een infame Brabander worden? Dan liever de lucht in” tikte hij zijn sigaar het buskruit in. 28 van de 31 opvarenden en nog enkele Antwerpers kwamen om te leven. Met deze actie hoopte hij in de voeten te treden van Reinier Claeszen die zijn schip in 1606 de lucht in blies alvorens de Spanjaarden deze konden enteren. In het geval Van Speijk betrof het een vrij nutteloze actie zonder enig strategisch te behalen voordeel, maar dat mocht de patriotistenpret niet drukken. Deze daad van Van Speijk zorgde voor veel lof onder het relatief jonge Koninkrijk der Nederlanden en de Koning Willem I besloot dat er altijd een schip zou varen bij de Marine die “Van Speyk” zou heten, vandaag de dag is dat deze.
#3 de Anemaetjes
Sommige zit het in het bloed. Johannes Anemaet was de 5e in zijn familie die met de militaire Willemsorde werd gedecoreerd. Na in de jaren ’40 in het verzet te hebben gezeten en later (eveneens vrijwillig) in Indië te hebben gevochten, veroverde zijn A-compagnie op 14 februari 1951 de door de Chinezen bezette strategisch gelegen heuvel 325 te Korea. Voorouders die dezelfde onderscheiding hadden gekregen, hadden onder andere meegevochten in Waterloo en het beleg van Antwerpen. Een hele familie van eindbazen verdient daarom de derde plaats.
#2 Medic!!! Man down!
Wie anders dan al het medisch personeel die hun leven wagen behind enemy lines. Door mortiervuur heen rennende, scherpschutter-kogels ontwijkende, bermbom ontsnappende mannen en vrouwen, die met magere Hein hijgend in hun nek vol voor het leven van iemand anders gaan. Eigenbelang telt niet en daar zouden we met zijn allen heel veel van kunnen leren. Enfin, de video hieronder spreekt voor zichzelf.
#1 Onvermijdelijk: allen die het zelf niet kunnen navertellen
Zij die op Militair Ereveld Grebbeberg, Ereveld Loenen, Arlington National Cemetery en al die andere militaire begraafplaatsen ter wereld liggen te rusten. De stille getuigen die het grootste offer brachten. Zouden de zogenaamde arm chair generals eens wat vaker bij stil moeten staan. Zoals oorlogsdichter Wilfred Owen tijden de Eerste Wereldoorlog al liet optekenen:
My friend, you would not tell with such high zest
To children ardent for some desperate glory,
The old Lie; Dulce et Decorum est
Pro patria mori.
(*snif* Mooi man.)
[DK & SdV]
“Dulce et decorum est pro patria mori” = (vrij vertaald) het is zoet en deugdzaam voor het vaderland te sterven.
Erg leuk geschreven! Mis alleen onze Vader des Vaderlands…
Dank Frizeau! Was natuurlijk een hele goede optie geweest. Hij heeft onze shortlist ditmaal niet gehaald… keuzes keuzes! 😉 Wellicht in een volgende post.