Een stukje duiding vanaf de militaire werkvloer

800px-CV90_photo-021In het betoog van Marno de Boer, Ghassan Dahhan en Stephan de Vries ‘Jeanine, gooi het roer om‘, dat eerder in Trouw stond geplaatst, worden een vijftal tips genoemd, waarmee – zo stellen de auteurs – honderden miljoenen zijn te bezuinigen op de krijgsmacht. Hoe concreter de voorstellen, des te meer vatbaar ze zijn voor reacties.

In dit stuk zal ik mijn ideeën delen, gebaseerd op ervaringen in mijn werk als pelotonscommandant.


Samenvoegen van eenheden

Één van de tips is het samenvoegen van het Korps Mariniers, de Luchtmobiele Brigade en het Korps Commando Troepen (KCT). Nu vind ik dat in essentie een goed idee, echter dient dit wel nader toegelicht te worden. Men spreekt hier dan over een drietal luchtmobiele bataljons, een tweetal mariniersbataljons en het korps commando troepen van bataljonsgrootte. Dit is de harde kern van infanterie die omringd is door een schare aan ondersteuning. Denk hierbij onder andere aan logistieke ondersteuning, genie ondersteuning en geneeskundige ondersteuning. We concentreren ons voor het gemak op de harde kern van infanterie. We praten hier dan over zes eenheden van bataljonsgrootte. Door dit geheel onder 1 staf te voegen, krijgt men een zeer ‘dikke’ staf. Bedenk echter wel dat een brigadestaf als component uitzendbaar is en het dus verstandig is er twee te behouden. Wil men desalniettemin doorgaan met slechts één staf, dan zal men gaan snijden in de omvang. Dat is absoluut niet wenselijk, aangezien dat direct hakt in de operationele capaciteit. Deze discussie is in alle hevigheid opgelaaid toen men voornemens was het 45e pantserinfanteriebataljon in Ermelo op te heffen. Overigens is de proefballon om de luchtmobiele brigade met het korps mariniers samen te voegen al eens opgelaten, maar destijds niet van de grond gekomen.

Wat naar mijn mening wel een gangbare gedachte zou zijn, is om de verschillende special forces componenten samen te voegen (special forces Mariniers en het KCT). In die trend verder redenerend zou het dan ook nog mogelijk zijn om Marechaussee-eenheden van de Dienst Speciale Interventies hier ook bij samen te voegen. Alle met behoud van eigen identiteit en specialisatie, maar in combinatie van training en het uitbouwen van ervaringen en kennis.

Inzet Nationale Reserve
Ook wordt gepleit voor de inzet van de Nationale Reserve (Natres) bij internationale missies. Vergeleken met het Amerikaanse model valt dan te denken aan de US Army Reserve, waarbij de Nederlandse Natres meer de taak heeft van de National Guard. Tussen beide bestaan wel verschillen, want de hoofdtaak van onze Nationale Reserve is het bewaken en beveiligen van het eigen grondgebied. Dit betekent dat ze per definitie verbonden zullen zijn aan binnenlandse aangelegenheden. Als de Natres in internationale operaties mee zou moeten doen, dan zal dit een enorme verandering met zich meebrengen. Inbedding en intensieve samenwerkingsverbanden tussen Natres en parate eenheden hebben in het verleden plaatsgevonden. Zo is er bij ons door tijdelijk personeelstekort een plan geweest om een tweetal pantserinfanteriegroepen op te leiden onder de naam ‘pantser reservisten’. Het beoogde eindresultaat van dit plan was dat zij na 50 trainingsdagen als een zo volwaardig mogelijke infanteriegroep mee zouden trainen in een grote internationale oefening. Dit initiatief sluit naadloos aan op het voorstel dat in het Trouw-artikel wordt opgeworpen. Ik heb als commandant van een CV90 peloton één van deze twee groepen onder mijn bevel gekregen. Als kanttekening moet ik er wel bij vermelden dat een beroepskaderlid leiding gaf aan deze groep.

Ondanks een zorgvuldige selectieprocedure (minimaal 4 jaar reservist, militaire basisvaardigheid en fysieke eisen) legt het eindevaluatierapport van hun omscholingstraject een aantal concrete problemen bloot. Te denken valt aan gebrek aan specifieke uitrusting, uitval en onregelmatige aanwezigheid op trainingsdagen in verband met burgerbanen en gebrek aan specifieke (beeld)vorming. Van de 22 deelnemers hebben er 14 daadwerkelijk meegedaan aan de oefening. Wel dient vermeld te worden dat het enthousiasme en de gedrevenheid van deze mensen menig beroepsmilitair heeft doen verbazen in positieve zin.

De conclusie die ik hieruit trek is dat met dit plan de druk op een operationele eenheid niet afneemt, aangezien het de voorkeur geniet om deze mensen intern op te leiden. Ook gezien een stuk eenheidsgevoel dat moet groeien. Specifieke uitrustingsstukken dienen te worden aangeschaft voor deze mensen en extra middelen zijn nodig om hen op te leiden. Dit betekent dat het als ‘spijkerbroek reservist’ voor de organisatie niet efficiënt is om ingezet te worden als pantserinfanterist: ondanks veel inspanning missen zij door de aangepaste trainingen ervaring, kennis en geoefendheid. Als dit in een oefenscenario al naar boven komt, zal dat in een inzetgebied zeker niet minder zijn. Wat een meer gangbare mogelijkheid zou kunnen zijn is het inschakelen van ex-beroepspersoneel. Zij hoeven veelal niet opnieuw te worden opgeleid; het op peil brengen van vaardigheden is vaak voldoende. Deze mensen zijn al gevormd en getraind en hebben derhalve minder inspanning nodig om op niveau te komen.

Verhouding manschappen en officieren
Dit is een terecht punt. Een hiërarchisch opgebouwde organisatie heeft bij voorkeur een piramidestructuur. De publicatie van de numerus fixus van 2011 laat echter een zandloper-figuur zien, waarin vooral de rangen kapitein en luitenant-kolonel in het oog springen door uitschieters. Ik heb in de praktijk meegemaakt dat functies ‘geüpgrade’ werden. In de praktijk betekende dat dat het werk voor betrokkene hetzelfde bleef alleen dan met een hogere rang. Ook zijn er gevallen te benoemen waarin rang en bijbehorende functie scheef lopen. Ter illustratie: begin 2011 werkten er in een pantserinfanteriecompagnie 6 officieren. Inmiddels is dit aantal bijna verdubbeld naar 11, met als meest twijfelachtige toegevoegde functie die van commandant fire support team binnen een compagnie, dit is een functionaris in de rang van kapitein (dit is overigens dezelfde rang als diens baas, de compagniescommandant, iets dat vanuit beginsel al vreemd is).

Discussie over de krijgsmacht
De discussie over de inzet van de krijgsmacht laat ik voor nu even in het midden. Met bovengenoemde punten heb ik mijn visie ten aanzien van de ideeën in het Trouw-artikel willen geven. Daarmee blijft er voldoende stof over voor verdere discussie. De auteur en Stukje Duiding roepen lezers dan ook op om op dit stuk te reageren. Het wordt tijd de inhoudelijke discussie over de krijgsmacht breder te trekken en uit te diepen, waarbij alle perspectieven welkom zijn!

[John van den Bosch is 24 jaar en infanterieofficier werkzaam bij het roemruchte 45e bataljon uit Ermelo. Hij is ruim 7 jaar beroepsmilitair en in 2009 uitgezonden geweest naar Uruzgan.] 

4 gedachten over “Een stukje duiding vanaf de militaire werkvloer

  1. Goed artikel (luitenant?) Bosch. Het samenvoegen van beschreven eenheden lijkt me een werkbare en inderdaad kostenbesparende optie. Het betoog in Trouw waar naar wordt verwezen kan ik me eveneens redelijk in vinden (mits mijn ‘obsessie’ -de Leo’s- in bruikbare aantallen terugkeren).

    Ter illustratie: begin 2011 werkten er in een pantserinfanteriecompagnie 6 officieren. Inmiddels is dit aantal bijna verdubbeld naar 11, met als meest twijfelachtige toegevoegde functie die van commandant fire support team binnen een compagnie, dit is een functionaris in de rang van kapitein

    Een tandenloos, maar ‘goud’-schitterend leger (met nog steeds 80-90 generaals?). En ik me rond 1980 maar verbazen de enige ‘Soldaat der eerste Klasse’ te zijn in een NATRES peloton waar iedereen verder ten minste korporaal was. Onze officier (1 stuks) was dan wel weer slechts adjudant, nadat de luit er de brui aan gaf. Het ‘zware’ groepswapen (1 stuks) van het peloton: een Bren uit 1943 (met gerimde .303 munitie, niet omgebouwd naar NATO 7,62). Afgaande op een artikel bij dutchdefencepress.com heeft de NATRES inmiddels Minimi’s als groepswapen(s), maar moest deze weer inleveren. Het ‘weekend warrioren‘ is eveneens een tijd opgeschort. Hadden wij vroegah helemaal geen eigen voertuigen in de cie, de huidige NATRES gaat haar MB’s inruilen voor…’technicals’. Echt waar. Je verzint het niet. Toegegeven, Toyota Hiluxen zijn onverwoestbaar. TopGear probeerde ooit een oude te slopen, maar faalde.

    Afgaande op dat 2012 dutchdefencepress artikel loopt een deel van de NATRES (inmiddels slechts drie bataljons) nog rond in ouderwets ‘bokkentuig’ – met ‘koppel-kruisriemen’ dus. Als dit het bokkentuig is waar ik mee liep, praat je deels over Brits ‘koper’ uit de loopgraven van 14-18. Ook onze ‘Pukkel’ zag deze trenches nog. De meeste andere PSU was (Amerikaans) WOII metaal&canvas, waarbij de oude Britse ‘patroontieten’ (model 1936 of daaromtrend) ergens eind jaren zestig, begin zeventig werden afgeschaft. Door ‘generaals’ die geen idee hadden hoe het ‘loopt’ met (slechts) vier FAL oorlogsmagazijnen (plus een in de buks) van ruim een halve kilo los in je zak. Of lange UZI magazijnen. Ik heb niet de indruk dat er tussen de huidige generaals meer ‘soldatengeneraals’ zitten dan vroeger, toen ze al opvielen door hun afwezigheid.

    Kortom, er gaapt (als altijd) een groot gat tussen wat er op papier aan sterkte aanwezig is, en wat dit in de praktijk voorstelt. Wil je de NATRES naar een vergelijkbaar niveau als de US National Guard/Army Reserve tillen, moet er een hoop gebeuren. Van aanvullende training tot een wapenmix waarmee het volwaardige (lichte) infanterie wordt. Met machinegeweren en minimaal wat Panzerfausts (liefst aangevuld met 2-3 x Gill’s en 2 x 60mm mortier in een serieus wapenpeloton voor de cie).

  2. Net stuk John. Goed om te zien dat de discussie je bezig houdt en je op een constructieve manier een bijdrage wilt leveren ipv vol emotie al schreeuwend rond te rennen.

    Een aantal opmerkingen mijnerzijds;
    Het samenvoegen van de genoemde bataljons onder éénhoofdige leiding lijkt me niet handig.als de corps business van deze eenheden wezenlijk verschilt. Zo is het aansturen van een SF actie iets anders dan het plannen van een amfibische landing of het trainen voor luchtmobiele inzet. Als deze zaken toch onder één staf worden geplaatst, dan vereist dat ook het uitbreiden van de bataljons staven, Zij zullen immers zelf veel taken van de brigade+ staf moeten overnemen. De staf die boven de bataljons zit bestaat dan enkel voor de puur randvoorwaardelijke zaken. Een soort vredesstaf die veel rompslomp uit handen neemt. Ik denk dat deze constructie té geforceerd is. Ik zie dan inderdaad meer in het samenvoegen van SF eenheden (KCT en MARSOF). Dan blijven de mariniers en Luchtmobiel over. Los van het geografische specialisme zie ik vrij weinig essentiële verschillen. Natuurlijk, in de praktijk hebben ze ander materiaal, andere doctrine andere taken. Alleen ik vraag me af of dit niet te combineren is als we dit ècht willen. Het is namelijk best bizar dat beide eenheden in de jungle optreden, bergen bezoeken, de sneeuw induiken etc. Er zit gewoon veel overlap. Het in sterke mate laten samenwerken van beide eenheden en vervolgens serieuze efficiëntie tewerkstellen in hun staven is zomaar het onderzoeken waard.
    Voor wat betreft je argument van de brigadestaven, dan zijn dit natuurlijk wel vredesstaven. Tijdens inzet worden TaskForces samen gesteld. Zo’n taskforce moet voortzettingsvermogen kunnen hebben waardoor je er minimaal 3 moet hebben. Nu hebben we 1 gemotoriseerde staf, 1 mechstaf, 1LMB staf. De marns hebben geen brigadestaf en alle andere staven zijn vredesstaven die niet uitgezonden kunnen worden. Nu wil dit niet zeggen dat je per definitie 3 brigadestaven moet hebben om 3 taskforce staven te maken. Dit is afhankelijk van de behoeftes binnen de taskforce. Los van de kwaliteit moet de staf echter wel op mekaar zijn ingespeeld en hebben naar mijn mening 3 brigadestaven de voorkeur.

    Voor wat betreft de inzet van de Natres moet je het denk ik veel breder zien dan jouw ervaring. Ik zie weinig voordeel, eerder nadeel, in het mengen van Natres gevechtseenheden met professionele eenheden. Die gedachte moeten we ook maar snel laten varen. Ik zie des te meer voordeel in het gebruik van specialisten. Denk aan de 150 hackers die defensie nodig heeft. Of denk aan monteurs die voor een uitzending mee gevraagd kunnen worden, denk aan adviseurs op het gebied van juridische, agrarische, economische of politieke zaken. Denk ook aan koks, chauffeurs of ICT specialisten. Er zijn zeer veel mogelijkheden om op piekmomenten en tijdelijke behoefte aan specialismen de Natres te vragen. Bij de Natres worden de mensen dan kort gemilitariseerd om vervolgens hun werk te gaan doen. Ik zie hier persoonlijk bijzonder veel meerwaarde. Zeker omdat veel van het huidige palet aan werkzaamheden buiten de scope van de militair valt en ze steeds vaker worden gedwongen om te vervallen in goedbedoeld amateurisme.

    Met je derde punt ga ik ook maar deels mee. Vroeger was de wereld simpel. Lekker veel tanks en infanteristen. Zet er 1 officier, een paar sergeanten en een handvol gouden korporaals bij en je hebt een heerlijk overzichtelijke, effectieve en efficiënte vereniging. Vroeger moesten de heren gewoon net zo lang naar voren blijven lopen tot iemand stop riep, schieten wanneer dat geroepen werd en vooral niet bang wegrennen. Vandaag wordt er meer gevraagd van de soldaat. Ik ga niet mee met het credo `de strategische korporaal`. Ik vind wel dat de wereld en het product van defensie een stuk complexer zijn geworden. Zij het niet de wapensystemen , dan is het wel de intens complexe omgeving waar we in zitten wat het allemaal zo moeilijk maakt. Natuurlijk is er veel winst te halen door een strakkere piramide vorm aan te houden. Alleen het feit is wel dat de Nederlandse krijgsmacht al best wel efficiënt is (zie mckinsey benchmark).

    Ik ga dus niet altijd even ver met je mee John, maar je haalt zeker een aantal punten aan die defensie beter kan doen. Ik hoop dan ook dat een verdere discussie zal leiden tot een eerlijke afweging van alle voor en nadelen. Dit alles is echter lastig als we NOG steeds niet helder hebben wat nu CONCREET de politieke en strategische doelstellingen zijn van defensie. Als je niet weet wat de taken en verantwoordelijkheden zijn, dan kan je ook geen organisatie bouwen.

  3. @Michielmans
    Voordat we besluiten om de natres tot de tanden toe te bewapenen is het verstandig om eerst te bepalen wat hun taakstelling dan zal gaan worden. Naar mijn mening moet de natres geen gevechtseenheid gaan worden met de meest geavanceerde wapensystemen (zoals gill en panzerfaust), omdat we dat niet van hen kunnen verwachten en omdat ik denk dat voor hun huidige taakstelling de basisbewapening volstaat.

    @ronaldgabriels
    In het jaar 2010 is er een informeel symposium geweest om eens te brainstormen over de gedachte ‘op weg naar 1 infanterie’. Daarin werd als stelling geponeerd of het uit maakt of een infanterist nu uit een aanvalsboot, helikopter of pantservoertuig opereert. Al doorredenerend kwam men op de gedachte om manschappen een basis infanterie opleiding te geven waarna een aanvullende specifieke module bij de eenheid gevolgd zou worden. Kaderleden dienen in hun vaktechnische opleiding wel gescheiden opgeleid te worden aangezien dit meer specifieke vakkennis behoeft. Met behoud van taakstelling, baret(embleem) en naam zou men dan alsnog identiteit behouden en zou dit de uitwisseling van personeel moeten bevorderen. Een vooruitstrevend idee, een optie is om dit plan weer eens boven tafel te halen. Wellicht was het toen een te ambitieus idee, maar is het in deze nieuwe organisatie 4 jaar later wel een gangbare gedachte. Op kleinere schaal, bij specifieke cursussen zien we deze vorm van gezamenlijk opleiden al terugkomen.

    Dat het toneel waarin de moderne militair optreed complexer is geworden staat buiten twijfel. De handelingen van een enkele soldaat kunnen politiek strategische gevolgen hebben. Dit vraagt veel van deze mensen en hun leidinggevenden in inzetgebieden. Dit vraagt om een specifieke vorming waarin militairen in hun initiële opleiding al mee te maken krijgen. Echter, een complexer product en operatiegebied rechtvaardigt naar mijn mening niet dat daar per definitie verhoudingsgewijs meer hogere rangen aan gebonden zijn. Het rechtvaardigt een kritische blik op de verhouding rang vs taak en verantwoordelijkheid. Daar ligt naar mijn mening nog wel wat scheefgroei. Buiten de rangsverhouding betekend een complexere wereld een betere voorbereiding, specifiekere vormingsdoelen en meer aandacht voor de factor mens dan voorheen. De infanterist anno 2013 heeft niet meer als enige taak het bestrijden van vijand maar moet kunnen schakelen van humanitaire hulpverlening tot opereren in hoogste geweldsspectrum en alles wat tussenin, en dit vaak in 1 inzetgebied: zie ‘three block warfare’.

    De organisatie is juist erg veelzijdig. We hebben inderdaad minder spierballen dan voorheen maar we zijn lenig en in staat een goede klap te verkopen. De sterkste factor van de krijgsmacht is de mens. Dit zijn zeer professionele goed opgeleide militairen, om George Patton te citeren: ‘Wars may be fought with weapons, but they are won by men’. Nu werken onze mensen ook nog eens met het meest hightech materiaal, die synergie heeft zijn waarde bewezen. We zullen dus moeten blijven investeren in de mensen, want ik denk dat defensie bijdraagt aan een uniek stuk vorming. Het ontwikkelen van gedragskenmerken, normen en waarden waar mensen ook na hun diensttijd veel profijt van hebben.

  4. Natres mwwuaaa ia geen slechtidee.
    ik denk dat defensie of mensen teveel in het verleden wilt blijven hangen. Je moet met de tijd mee gaan.
    deel de natres op in eenheden bewaken en beveiligen en het andere reservisten infantrist, die wellicht speciaal wordt opgeleid onder de compagnie/ bat waar ze onder vallen.
    Zet vacature op werkenbijdefensie en werft zo mensen.
    Infatristen natres eisen 2600 meter 30 opdrukken 40 buikspieren bijwijs vanspreken.
    ik denk dat we verder moeten gaan kijken dan dat ons neus lang is.
    ik denk dat er genoeg mensen zijn die de overstap willen gaan doen maar dan moeten ze wel aan de eisen voldoen.
    plus er zullen genoeg mensen daarop solliciteren.

    Minster van defensie…. go for it…..

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s