Afgelopen zaterdag was Bram van Ojik, fractieleider van Groenlinks te gast in het radioprogramma Argos, op radio 1. Groenlinks stemde donderdagavond, net als de meeste andere partijen, namelijk voor militair ingrijpen tegen IS. Stephan werd gevraagd in de uitzending van Argos te reageren op dit besluit (terugluisteren kan hier, zijn bijdrage vanaf 23:30). Er bestaan namelijk wel degelijk enkele kanttekeningen en dilemma’s ten aanzien van deze missie.
Verschillende rollen
Net als in de uitzending is het goed te beginnen met de opmerking dat er wel begrip is op te brengen voor politici die dit besluit hebben genomen. Zij hebben te maken met een (deel van de) achterban die, onder andere door de gruwelijke beelden die ons bereiken via de televisie, voor ingrijpen is. Passiviteit kan dodelijk zijn in de politiek. Bovendien spelen bepaalde factoren mee die politici laten meewegen, zoals relaties met belangrijke bondgenoten (en alle handjeklap-dealtjes die dat met zich meebrengt) en aanzien op het wereldtoneel. Experts en analisten kunnen vaak met wat meer afstand van het politieke toneel beschouwen en op die wijze vanuit een ander perspectief kanttekeningen plaatsen. Dat maakt die exercitie echter niet minder belangrijk: politici en analisten hebben simpelweg verschillende rollen te spelen.
Rol van de regio
In het radiofragment stel ik dat het veel beter was geweest als de regio de voortrekkersrol in de strijd tegen IS had genomen. Ik schreef daarover bijna twee maanden geleden, toen er nog helemaal geen sprake was van een Nederlandse bijdrage of een debat daarover, dit opiniestuk in NRC Handelsblad.
IS is nog altijd vooral een lokale dreiging. De groepering rukt de laatste maanden gestaag op, opereert meedogenloos en pleegt gruweldaad na gruweldaad, waarvan de beelden via de media onze huiskamers binnenkomen. Dat maakt het echter nog geen directe dreiging voor Europa/het Westen. Het grootste risico komt voort uit mogelijke aanslagen op ons grondgebied. Dat risico bestaat inderdaad, maar moet ook weer niet worden overdreven. De meeste (buitenlandse) strijders zullen sterven in de strijd, zich ‘nuttig’ maken in het gebied dat ze onder controle hebben, zich na verloop van tijd gaan mengen in andere oorlogen in andere landen of gedesillusioneerd de wapens neerleggen. Die enkeling die wel terugkomt met kwaadaardige plannen houden we niet tegen door militair in te grijpen. Daar hebben we inlichtingendiensten, politie en justitie voor.
Het is daarnaast niet alsof IS aan een opmars richting Europa bezig is. Alle hyperbolen die vorige week door de Tweede Kamer vlogen doen wellicht anders vermoeden, maar onze westerse waarden liggen echt niet direct te grabbel als een stelletje van ongeveer 30.000 fanatici dankbaar gebruikt maakt van het machtsvacuüm in delen van het Midden-Oosten. De primaire doelen van IS – zeker op korte en middellange termijn – liggen exclusief in de regio. Te denken valt aan het omverwerpen van Assad in Syrië en terreinwinst boeken in Irak om zo het zelfbenoemde kalifaat te consolideren. Als dat zou lukken komen eerst de andere landen in de regio in het vizier. Landen als Libanon, Saoedi-Arabië, Iran, de Golfstaten, Jordanië en Turkije hebben het meeste te vrezen van een IS dat niet spoedig wordt tegengehouden. Een aantal van die landen hebben er echter ook zelf aan bijgedragen dat de groepering zo sterk is geworden en zo ver heeft kunnen doorstoten. Door een politieke lijn te kiezen die puur en alleen gericht is op eigen gewin ten koste van regionale rivalen, hebben Turkije, de Golfstaten, Iran en Saoedi-Arabië er zelf mede voor gezorgd dat de regio zo sterk gedestabiliseerd is geraakt. Door actief of passief obscure groeperingen in de regio te steunen die voor of juist tegen Assad vechten en de strijd in Syrië daarmee te verlengen, is er nu een monster gecreëerd die wild om zich heen slaat en die niemand onder controle heeft. Ook vice-president Biden wees daar afgelopen weekend nog even ‘fijntjes’ op.
Tegelijkertijd is er tot nu toe weinig door de landen in de regio zelf gedaan om IS te lijf te gaan. Iran steunt via de speciale eenheden van de Revolutionaire Garde de Iraakse krijgsmacht en milities met wapens en advies en is in Syrië al langer actief in de strijd tegen rebellen, waaronder IS. Voor het overige is er weinig initiatief ondernomen door de regio om militair in te grijpen. Pas na acties van de VS hebben Arabische landen zoals Saoedi-Arabië, de Verenigde Arabische Emiraten, Jordanië, Bahrein en Qatar zich bij de strijd aangesloten. Een positieve ontwikkeling, maar nog altijd niet de gewenste rollenverdeling.
Het Westen had de kaarten ditmaal langer tegen de borst kunnen houden en moeten bluffen, zodat de regio uiteindelijk gedwongen was de kastanjes zelf uit het vuur te halen. IS was vanzelf een dermate grote bedreiging voor Jordanië, Turkije, Saoedi-Arabië en wellicht Iran geworden, dat die landen – alle met stevige krijgsmachten – niet langer hadden kunnen wachten met het ondernemen van actie. De westerse landen hadden vervolgens kunnen steunen, in plaats van andersom. Het gevoel dat er iets gedaan moet worden tegen de gruweldaden van IS is begrijpelijk, evenals het dilemma dat langer wachten ongemakkelijk aanvoelt en ook met risico’s gepaard gaat. Dat betekent echter niet automatisch dat het Westen (lees: de Amerikanen) weer moeten leiden in een conflict in het Midden-Oosten: gerichte humanitaire acties en een sterke, ondersteunende rol was ook een optie geweest. Wat mij betreft een betere.
Gaten in de strategie
Voor die optie lijkt het nu te laat: de operaties zijn begonnen en ook Nederland stuurt F-16’s en militaire trainers naar de regio (de eerste vluchten zijn inmiddels uitgevoerd). Dat terwijl er nog wel wat gaten zitten in de (erg vage) strategie om IS te ‘vernietigen’. Zo is het maar de vraag of de in te zetten middelen toereikend zullen zijn voor dat doel. Obama sprak in zijn speech over 3 globale stappen die zullen worden genomen om IS te verslaan:
1) Luchtbombardementen om IS te verzwakken en in het defensief te dwingen;
2) Het ondersteunen van de (grond)troepen (lees: gematigde rebellen) die het tegen IS zullen opnemen. Het gaat daarbij om training en advies en hooguit speciale eenheden en niet om de inzet van reguliere grondtroepen;
3) Een contra-terrorisme aspect om aanslagen van IS te voorkomen.
Het is echter nog maar zeer de vraag of luchtbombardementen alleen genoeg zullen zijn om IS daadwerkelijk uit te schakelen. Verzwakken is mogelijk met bombardementen, evenals het keer op keer stuiten van de opmars van IS. Maar dat is iets anders dan ‘vernietigen’ en bovendien is er in dat geval geen duidelijk moment aan te wijzen waarop de strijd kan worden beëindigd. Ook is het onbekend hoeveel we uiteindelijk van de te trainen rebellen mogen verwachten. Bovendien kost het opwerken van die eenheden tot een aanvaardbaar niveau maanden, zo niet jaren.
De kans dat het allemaal uiteindelijk niet genoeg blijkt is niet gering. Mocht het zo ver komen, dan is het de vraag welke richting zal worden gekozen: alsnog stoppen en een pijnlijke nederlaag incasseren of – en die kans lijkt groter – langzaamaan uitbreiden met de inzet van grondtroepen met het risico opnieuw een moeras in te worden gezogen. Bovendien is succes alleen mogelijk indien vergaande politieke en sociale hervormingen worden doorgevoerd in Irak en Syrië (en de rest van de regio). We hebben de afgelopen decennia kunnen zien hoe moeilijk het is om daaraan bij te dragen als externe partij – zeker zonder de politieke wil om tientallen jaren te blijven. Bestaat die wil ditmaal wel? Ook als huidige ministers en Kamerleden zouden zeggen van wel, zou het onzinnig zijn om daarop af te gaan. Over een aantal jaren zijn de verhoudingen waarschijnlijk volledig anders en kunnen diegenen die dan aan de touwtjes trekken in no time anders besluiten.
Nederlandse aaibaarheid
Ondertussen zitten er ook in de Nederlandse aanpak een aantal creatieve, maar zeer onpraktische kronkels. Internationaal recht is altijd een dingetje in Nederland en dus zal IS wel in Irak worden bestookt, maar niet in Syrië. De Iraakse regering heeft namelijk zelf om ondersteuning gevraagd, terwijl een dergelijke uitnodiging – evenals groen licht van de VN-Veiligheidsraad of een andere dringende reden – in het geval van Syrië (blijkbaar nog) ontbreekt. Erg pragmatisch, maar spreken over twee aparte landen of conflicten is in het geval van Syrië en Irak al een tijdje onrealistisch te noemen. Het is bovendien zeer opmerkelijk om het enerzijds te hebben over een enorme dreiging en daarvoor het hele register aan beeldspraak aan te spreken, terwijl vervolgens wel voor een dergelijk halfslachtige inzet wordt gekozen. Hoe dat met elkaar valt te rijmen is door niemand uitgelegd in het debat.
Wie vervolgens de artikel 100 brief erbij pakt gaat twijfelen of alle Nederlandse politici wel helder voor ogen hebben voor welke taak ze staan, nu dan toch voor ingrijpen is gekozen. Zo wordt er ook nog even melding gemaakt van een gender-component in het beleid (ja, het staat er echt). Syrische vrouwenorganisaties worden in het bijzonder ondersteund om vrouwen meer gewicht te geven in het proces van politieke transitie. Een nobel doel natuurlijk, maar moeten we het in dit stadium van de strijd echt over dit soort zaken hebben? Het riekt erg naar de Nederlandse gewoonte om machtspolitiek denken op te leuken of zelfs te verbloemen met aaibare beleidsterreinen.
Of we in Irak en Syrië ooit echt werk van deze knuffelconcepten kunnen maken is nog maar zeer de vraag. Dat weten de ministers en Tweede Kamerleden zelf ook wel. Gezien alle dubbelzinnigheden in het genomen besluit mag dan ook de vraag worden gesteld: gaat het Nederland hier om het meedoen? Of om het winnen? [Stephan de Vries]
Als Nederland al actief mee doet, is het gezien de zeer beperkte en uitgeholde krijgsmacht slechts van korte duur.Jarenlange ondoordachte en onverantwoorde bezuinigingen hebben geleid tot een krijgsmacht die nauwelijks nog voortzettingsvermogen, munitie en inzetbaar materieel heeft. Met het uitspreken van hoog verheven idealen en het opleuken van de feitelijke doelstelling van deze ISIS missie,- vernietiging van deze niets ontziende bende moordenaars -verbloemt de Tweede Kamer ( evenzo opeenvolgende kabinetten uit het recente verleden ) zijn kortzichtige en onverantwoordelijke defensiebeleid ten koste van de positie van Nederland als 17e economische natie in de wereld. Nu, door deze almaar gevaarlijker wordende situatie in en rondom Europa, wordt duidelijk hoe zeer regering en parlement hun eerste prioriteit cf de Grondwet verzaakt hebben : de in standhouding van de veiligheid en vrede van het territorium van het grondgebied van het Koninkrijk binnen het verdragsgebied van de NAVO. Te lang hebben onze leiders en politici hun oor gewillig te luisteren gelegd naar de wensen van hun burgers (kiezers) in hun gemakzuchtige streven naar verwerven van stemmenwinst en behoud van hun macht, in plaats van leiding te geven aan het volk, hebben zij zich laten leiden door het volk. Visie, Leiderschap, daadkracht, daar komt het nu op aan, willen wij in de komende decennia nog in een stabiel, vredig en veilig Europa kunnen leven.
There is no such thing as ‘ Appeasement ‘.
Onze 21e eeuwse Czar zal door zijn oorlog in Ukraine en subversieve, ophitsende acties en pro- Russische propaganda in landen grenzend aan het NAVO gebied en in de Baltische staten, -NAVO bondgenoten -, in ieder geval niet voor een vredig en stabiel Europa zorgen.
En dat is op zijn minst zacht uitgedrukt.
Tyfus wat een mooi Nederlands taalgebruik allemaal hier. Goeie bron voor mijn werkstuk.
Hear, hear Stephan.
-“Bovendien is succes alleen mogelijk indien vergaande politieke en sociale hervormingen worden doorgevoerd in Irak en Syrië (en de rest van de regio).”-
Wat zo niet in de hele regio dan in ieder geval voor een land als Saoedi-Arabie lessen in koran-‘light’ betekent. Wat iedereen daar graag van ‘infidels’ krijgt. Niet?
Van Ojik zei het al in het radioninterview, de westerse interventies zijn ‘noodgedwongen’ ‘selectief’. Best verrassende woorden, want realistisch. De selectiviteit uit noodzaak wordt echter nauwelijks ingegeven door praktische, tactische of strategische argumenten. De politiek reageert voornamelijk op de emoties van de bevolking thuis, dat op haar beurt weer geemotioneerd raakt door wat de media opdient. Alles rond ISIS is er momenteel een overtreffende trap van. Want het door hen veroorzaakte menselijke leed is zo erg.
Als dat het criterium is voor interventies! Ik kan niet vaak genoeg het voorbeeld van Congo (DRC) aanhalen. In 2008 al naar schatting tussen de 3 en 5.4 miljoen oorlogsslachtoffers, met soms maanden waarin -westers mediaal vrijwel geruisloos- tot 45 duizend doden vielen. De (burger)oorlogen daar, met meerdere zich ermee bemoeiende landen eromheen, zijn inmiddels wat kleinschaliger geworden, maar zeker niet voorbij.
Er zit daar nu een forse VN-macht, maar daar zaten en zitten weinig westerse eenheden tussen. Hun verrichtingen en de effecten hiervan (of gebrek aan~) krijgen vrijwel geen aandacht in de westerse media. Deze zijn nagenoeg volledig gefocust op (islamitische) brandhaarden in het MO en Noord-Afrika.
En godverde-gloeiende-godverdomme, als het westen dan besluit ISIS te grazen te nemen, geef de Koerden in Kobane dan onmiddellijk close-air-support. Afgaande op onderstaande tweet, vechten daar inmiddels de vrouwen (velen vechten al langer) en kinderen mee. Maar nee, dat doen ‘we’ niet want Syrie=Assad. Gadverdamme wat een stompzinnig vechten-met-een-hand-op-de-rug weer. Wat een strategie!
Ondertussen werken we zonder blikken of blozen met dat ethisch-humanitaire lichtende voorbeeld Saoedi-Arabie samen. Wat een hypocrisie. Hoezo westerse morele superioriteit?
Pingback: Nieuws en achtergronden 8 oktober 2014 | Atlantisch Nieuws