TedxDefensie Talk: Don’t mention the war

dontmentionAfgelopen woensdagochtend had ik de eer te mogen spreken over mijn promotieonderzoek op TedxDefensie in de Koninklijke Schouwburg Den Haag.

Het TED-filmpje volgt, maar voor de liefhebbers bij dezen de uitgesproken tekst van de voordracht “Don’t mention the war: van politieke voorzichtigheid naar verlamming”. Ter informatie: de outfit waar aan wordt gerefereerd bestond uit door Defensie ter beschikbaar gestelde helm, scherfvest, schild en zelf opgeduikelde oude brandweerlaarzen- en werkbroek uit de schuur. Stukje beeldspraak.

Op papier leek deze outfit een goed idee. Ik leefde in totale onzekerheid over wat ik kon verwachten op het podium, dus heb elk risico tot aan de kleine teennagel toe afgedekt.

Better safe than sorry.

Maar nu ik hier sta is het toch een beetje maf. Sterker nog: het maakt mijn taak om voor u te spreken wel erg lastig.

Toch doen Westerse democratieën sinds de Val van de Muur niet veel anders dan dit.

In een poging zoveel mogelijk risico af te dekken worden er op papier dingen bedacht, die in de praktijk voor onwerkbare situaties zorgen. Zoals een Amerikaanse officier in Kosovo in 1999 verzuchtte “getting dressed as a ninja turtle kinda gets in the way”. Wat is hier aan de hand?

In mijn promotieonderzoek onderzoek ik hoe Westerse regeringen besluiten nemen in risicovolle situaties, en vooral hoe zij omgaan met verliezen. Geen enkel politicus wil geconfronteerd worden met negatieve consequenties van beleid, want dat kan stemmen kosten. Verliezen zijn politiek gezien bad business.

Deze aanname lijkt logisch. Wetenschappers vonden na Vietnam een relatie tussen het aantal militaire slachtoffers en de mate van publieke steun. Het publiek ziet niet graag “body bags” terugkomen van een missie, dus als je politieke steun wilt behouden zal je deze zo laag mogelijk moeten houden.

Toch is dit te kort door de bocht.

Om te begrijpen waarom, moeten we terug naar Somalië 1993. Na het incident met de Black Hawk helikopter en beelden van een dode Amerikaanse soldaat die door de straten van Mogadishu werd gesleept, besloot president Clinton de Amerikaanse troepen terug te trekken. Het is goed voor te stellen dat deze beelden, Clinton deden vrezen voor een publieke fallout. Andere Westerse landen volgden snel Amerikaans voorbeeld en trokken hun troepen terug.

De gebeurtenissen in Mogadishu zorgde voor Westerse interventie-vrees in onder meer Rwanda (1994), Bosnië (voor 1995) en Zaïre (1995). Een ezel stoot zich niet twee maal aan dezelfde steen, tenslotte. De Weinberg/Powell doctrine eind jaren ’90 meldde zelfs expliciet dat publieke opinie moeilijk te winnen is, en zeer makkelijk te verliezen zodra er doden vallen.

In een poging militaire slachtoffers en daar aan gekoppelde negatieve publieke te voorkomen gelden er sinds eind jaren ‘90 strikte force protection regels Zo worden Amerikaanse troepen uitgedost met elk mogelijk denkbare gadget, maar of de ninja-turtle outfit het werk op de grond ten goede komt is de vraag. Hoewel het aantal militaire slachtoffers sinds de Tweede Wereldoorlog met name drastisch is afgenomen door medische evacuatie via helikopter en verbeterde veldhospitalen, lijken kosten noch moeite gespaard voor de militaire uitrusting. Interessant in deze infographic is de toename in gewicht van de bepakking (35 kg torst te gemiddelde Amerikaanse soldaat met zich mee) en bijbehorende beperkingen voor tactische mobiliteit. Tegelijkertijd werpt dit de vraag op: als force protection boven alles gaat, wat zegt dit over de politieke tolerantie voor andere verliezen – zoals burgerdoden? “To protect and serve” wie precies?

forceprot

De toenemende last van veiligheidsmaatregelen zien we ook bij ons nuchtere Nederlanders. Uiteraard op typisch Nederlandse wijze: in plaats van ninja turtle-gadgets, dekken wij elk denkbaar risico af met protocolletjes. Zoals ARBO-wetgeving op missie. Zo hoorde ik vorig jaar nog een Nederlandse generaal zijn verbazing uitspreken over de regel dat soldaten die op hoogte werken een felgekleurde veiligheidshelm moeten dragen: “de enige functie van zo een rode aardbei op je kop in een gele woestijn, is die van schietschijf”.

Maar het gaat verder. In brede zin is zelfs de politieke bereidheid het risico überhaupt te nemen afgenomen: elke militaire missie lijkt te worden voorzien van de geruststellende mededeling richting kiezers dat er “geen grondtroepen” komen. De soms onvermijdelijke consequenties van oorlog lijken taboe. Oftewel: don’t mention the war.

Is deze angst terecht? Is publieke opinie de wraakzuchtige god die politici en beleidsmedewerkers vrezen? Het antwoord is “nee”.

Terug naar Somalië. Hoewel de foto’s van de Amerikaanse soldaten in Mogadishu werden gezien als hét breekpunt, ligt de werkelijkheid genuanceerder. Zo was publieke steun al in juni, maanden voor het Black Hawk incident, flink aan het afnemen. Zoals geduid in deze grafiek, is de mate van afname in steun wat toe te schrijven is aan het Black Hawk incident relatief klein. Sterker nog: na het incident gaf de meerderheid van de Amerikanen, 51%, aan dat zij juist de klus wilden klaren. De missie was tenslotte om warlord Aideed te arresteren. Toch sprak geen enkele politicus over Aideed. Democraten en het Witte Huis wilden zo snel mogelijk terug trekken en gingen voor een cut-and-run strategie in plaats van een win-and-leave strategie. Recente wetenschappelijke bevindingen laten zien dat kiezers bereid zijn verliezen te accepteren, mits de missie succesvol is. In het geval van Somalië stond of viel succes bij de arrestatie van warlord Aideed.

Screen Shot 2016-04-01 at 07.56.51

 

Politici anticiperen dus op publieke opinie. Tegelijkertijd hebben we zojuist geconstateerd dat in een poging te anticiperen op “publieke backlash”, politici en beleidsmedewerkers soms vergeten om te kijken naar wat het publiek daadwerkelijk vind. Hoe komt dit?

Om dit mechanisme te verklaren maak ik in mijn onderzoek gebruik van prospect theory. . Deze economische theorie verklaart hoe mensen besluiten maken in onzekere situaties. Ik zal de twee belangrijkste voorspellingen bespreken.

 

  • Mensen hebben een sterke voorkeur voor zekerheid, en zijn bereid om mogelijke winst op te geven in ruil voor meer zekerheid. Better safe than sorry
  • We vinden het erger om te verliezen, dan dat we het leuk vinden om te winnen. Herkenbaar voorbeeld is loonsverhoging. Als ik E100 per maand erbij krijg, ben ik er binnen een week aan gewend. Haal diezelfde E100 per maand er weer vanaf, en mijn huishoudboekje is maanden van slag. Verliezen wegen zwaarder dan winst – ook als het verlies in absolute termen gelijk staat aan de winst.

Screen Shot 2016-04-01 at 07.57.15

Mijn theorie: in onzekere situaties houden we liever vast aan zekerheden omdat we bang zijn te verliezen. Hierdoor onderschatten we systematisch de kansen op winst.

Zo ook politici. Het zijn net mensen.

Zij overschatten systematisch de kans op verlies en het horrorscenario van “dit kost stemmen”. Zoals wij hebben gezien is dit niet altijd het geval. Omdat politici de mogelijkheid dat de balans in hun voordeel uitvalt negeren, houden zij zich vooral bezig met het afdekken risico’s mócht het verkeerd gaan. Hiermee creëren zij de illusie de situatie in de hand te hebben. Onterecht. Je kunt niet alles in de hand hebben.

Hoewel Clinton bang was voor de peilingen na Mogadishu, kropen deze juist in de nasleep omhoog. Ook stegen zij na de aanslag in Oklahoma. Iets wat hij niet in de hand had, niet had kunnen voorzien – maar hem wel verder hielp op weg naar de herverkiezingen. Ondanks het Lewinsky schandaal in zijn 2e termijn bleef hij in 1998 consequent boven de 60% scoren. Een beter bewijs dat verliezen (en soms zelfs schandalen) niet altijd direct stemmen kosten is er bijna niet.

Screen Shot 2016-04-01 at 07.57.03

 

Omdat politici wel in de veronderstelling leven, is er in de praktijk een groot verschil ontstaan tussen wat kiezers vinden en politici denken wat kiezers zúllen gaan vinden. In een poging de ‘boze burger’ een stap voor te zijn, hebben politici zichzelf opgesloten in een vicieuze cirkel waarin zij krampachtig verliezen proberen te voorkomen. Tot het punt dat logische en soms onvermijdelijke consequenties, zoals militaire slachtoffers tijdens interventies, politiek taboe worden.

 

Wat kunnen politici, beleidsmedewerkers en militairen hier aan doen?

Politici en beleidsmedewerkers geef ik een onorthodox advies mee. Normaal krijgen jullie altijd te horen wat je nóg meer zou moeten doen, mijn advies: het mag wel een onsje minder. Laat beleid niet dicteren door toekomstige peilingen. U heeft niet alles in de hand – en dat hoeft ook helemaal niet. Vertrouw wat meer op de aanwezige militaire kennis, en minder op peilingen. Zoals wij hebben gezien kunnen kiezers heus wel tegen een stootje.

Militairen wil ik graag waarschuwen voor hun sterkste punt. Geef Nederlandse militairen een rolletje plakband en een stuk touw en zij McGuyver’en met een half uurtje een missie bij elkaar. Hoewel deze can-do mentaliteit onmisbaar is op missie, zit deze mentaliteit in de weg in aanloop naar de missie.Want na 20 missies draaien op een rolletje plakband en stuk touw, kun je politici niet kwalijk nemen dat zij denken dat Defensie niet meer nodig heeft dan een rolletje plakband en stuk touw. Militairen mogen best wat vaker met opgetrokken wenkbrauwen aan verantwoordelijke politici vragen hoe ze papieren plannetjes voor elkaar denken te krijgen. Of het nu gaat om Amerikaanse ninja turtles, Nederlandse ARBO-wetgeving, of groots meeslepende missieplannen zonder benodigde grondtroepen. Defensie schiet zichzelf in de voet.

Tot slot wil ik waarschuwen voor het subtiele gevaar van in stand houden van de mythe dat militaire verliezen ten allen tijden moeten en kúnnen worden voorkomen. Defensie is gebouwd op de principes van opofferingsbereidheid. Militairen lopen gevaar zodat burgers dat niet hoeven. Dit reële gevaar op krampachtige wijze afdekken uit angst voor een reactie bij burgers die (zoals ik heb aangetoond) niet bestaat, ondermijnt de professionele militaire ethiek.

Politici moeten niet uit angst voor hun eigen positie militairen onnodig in gevaar brengen door te bepakken, bezakken en beladen met zware gadgets. Politici moeten militairen niet knevelen met protocolletjes. En politici moeten militairen zeker niet de mogelijkheid ontnemen de klus waar ze voor kwamen te klaren.

Politieke overleving is nog altijd minder waard dan een écht mensenleven.

[Dieuwertje Kuijpers]

 

Een gedachte over “TedxDefensie Talk: Don’t mention the war

  1. Prima stuk Dieuwertje. Fraaie beeldspraak-outfit ook.

    Over de ‘Ninja Turtles’.

    De logheid van geharnasde ridders maakte ze maar beperkt militair bruikbaar. Dit, samen met hun kwetsbaarheid -zoals o.a. de Guldensporenlag van 1302 duidelijk maakte- werd samen met de introductie van vuurwapens de nagel aan de doodskist van ‘body armour 1.0′. Heden maken soldaten met tientallen kilo’s om veelal jacht op lui met alleen een buks en een paar magazijnen. Wie kan er sneller tactisch manoeuvreren?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s