Het gaat niet zo lekker in Irak. Eind mei kwam een VN-afvaardiging “geschokt” terug en een gezamenlijk solidariteitsgebed van Sjiieten en Soennieten lijkt niet te voorkomen dat het land wordt meegetrokken in de regionale sektarische strijd. Wat is er allemaal aan de hand in de regio en wat zegt dit over het Westerse beleid van de laatste jaren?
Al Kaida claimde al de recente paramilitaire bestorming op de Abu Ghraib gevangenis waarbij 500 (volgens al Kaida en fans zelf zijn het er 1.000) vaak reeds ter dood veroordeelde kopstukken van de organisatie ontsnapten. De terroristische organisatie wist zichzelf met deze actie te overtreffen op tactisch gebied: eerst werd een gevangenis in Taji (ten noorden van Bagdad) bestormd als afleidingsmanoeuvre, om vervolgens met explosief materieel volgeladen auto’s op Abu Ghraib in te rijden en deze te bestormen met behulp van onder meer mortiergranaten en mitrailleurs. De 500-1000 ontsnapte gevangenen zullen hoogstwaarschijnlijk ‘slechts’ de lokale tak versterken door het conflict verder op te stoken met aanslagen. Hierbij moet men denken aan het helpen van de aldaar aanwezige Soennitische groeperingen met aanvallen op Sjiitische doelen. Dit neemt echter niet weg dat de huidige onlusten in Syrië hierbij een faciliterende rol spelen. De grens tussen Irak en Syrië is namelijk sinds het uitbreken van de Syrische burgeroorlog slecht tot niet bewaakt. West-Irak vormt hierdoor een dankbare doorvoer van onder meer wapens en strijders. Vanuit Irak werkt Syrië als een katalysator, met name omdat de Soennieten zich sinds het omverwerpen van het Soennitische Saddam-regime door de Amerikanen “gemarginaliseerd” voelen in het huidige Irak. De Al Kaida cellen waren met name tijdens de Amerikaanse bezetting “slapende” maar zijn – en dat laat de bestorming van de Abu Ghraib gevangenis duidelijk zien – weer wakker geworden.