Verbod op militaire uniformen (on)zinnig? Deel II

keep-calm-and-go-undercover-5Nog steeds is er een verbod op militaire uniformen in het openbaar wegens de toenemende jihadistische dreiging. Je kunt er voor of tegen zijn. Dit merkten wij ook binnen de eigen gelederen en tijdens discussies op Twitter. Het ging er hard aan toe. Tweespalt binnen Stukje Duiding? Jazeker. Daarom een ouderwets tweeluik. Vorige week deed Kuijpers uit de doeken waarom het uniformverbod onzin is. Vandaag een betoog van De Vries voor het verbod.

Jerry! Jerry! Jerry!

Geen uniform nodig
Dieuwertje stelt terecht dat een uniform niet nodig is om als militair herkend te worden. Lee Rigby liep immers ook niet in herkenbaar militair uniform toen hij werd aangevallen en vervolgens gedood. Natuurlijk, als een aanvaller zijn ‘huiswerk’ een beetje serieus doet is het ook zonder uniform niet moeilijk uit te vogelen wie militair is. Dat bewijst ook onderstaand filmpje waarin Amerikaanse militairen in burger worden lastig gevallen in Turkije.

Te voorkomen zijn dergelijke incidenten of aanslagen dan ook niet door een uniform-verbod in te stellen. Wie dat beweert creëert inderdaad schijnveiligheid. Maar ik heb ook niemand horen beweren dat aanslagen gegarandeerd zullen uitblijven als militairen hun uniform in hun vrije tijd maar in de kast laten hangen. Een van de argumenten voor een verbod is echter dat het de gekkies die in een opwelling besluiten toe te slaan op zijn minst moeilijker wordt gemaakt. Het neemt weg waar een bepaalde categorie onruststokers op aanslaat – daar waar militairen zeer direct en onmiskenbaar aan te herkennen zijn – en daarmee zeer waarschijnlijk ook een aantal incidenten.

Het argument dat een verbod zou suggereren dat militairen met het dragen van hun uniform provocatief zouden handelen snijdt ook geen hout. Die aanname gaat namelijk helemaal niet schuil achter het verbod. Voor (sommige) kwaadwillenden is het ‘militair zijn’ de primaire reden – en reden genoeg – om de aanslag te plegen. Niet de provocatie die uit zou gaan van het uniform. Bij heel veel (potentiële) incidenten zal bovendien helemaal geen groot plan bestaan om militairen aan te vallen. Dat gebeurt min of meer ‘spontaan’, omdat er naast een latent motief opeens de gelegenheid is om toe te slaan. Het uniform dient in die gevallen slechts als (extra) trigger en bevestiging dat het daadwerkelijk om een militair gaat. Waarom die gemakkelijke herkenning niet wegnemen – en daarmee wellicht de directe trigger tot ongewenst gedrag – door het uniform (tijdelijk) uit te trekken?

Capitulatie?
Omdat Defensie capituleert zodra het overgaat tot dat soort stappen, stelt Dieuwertje. Het is een pure vorm van victim blame en geeft precies een verkeerd signaal af.

Wederom zie ik waar haar zorgen vandaan komen, maar laten we het hoofd vooral koel houden. Ik ben ook van mening dat het triest genoeg is dat dergelijke maatregelen soms genomen moeten worden. Je hoopt dat iedereen intelligent en ontwikkeld genoeg is om agressief handelen achterwege te laten, maar we weten allemaal dat dit een naïef wensdenken is. Dat er mensen bestaan die militairen als legitiem doelwit zien is in de huidige context een gegeven. In eerste instantie is het uiteraard zaak tegen diegenen maatregelen te treffen: daar moet de focus liggen en niet op de militairen die gewoon hun functie uitoefenen. Maar dat neemt niet weg dat ook met die maatregelen een restrisico blijft bestaan die gemakkelijk kan worden verkleind middels een simpele maatregel: een uniformverbod. Hoewel het zeer onbehaaglijk aanvoelt kan het dus verstandig zijn er toch toe over te gaan. Zeker als we te maken hebben met zeer radicale groeperingen of individuen waarvan we weten dat ze er absoluut niet voor terugschrikken dodelijk geweld te gebruiken.

De maatregel is bovendien niet ingesteld omdat het ‘eigen schuld, dikke bult’ zou zijn als militairen worden aangevallen als ze toch hun uniform aantrekken. De maatregel is puur en alleen bedoeld om het kwaadwillende radicalen niet onnodig gemakkelijk te maken. Een voorzorgsmaatregel. Victim blame? Wellicht, maar de vraag is of stug in uniform blijven lopen een meer gewenste uitkomst geeft. Het gaat erom de risico’s te verkleinen op de minst ingrijpende manier mogelijk.

Is dat dan capituleren, zoals vrouwen capituleren als ze geen korte rokjes meer dragen omdat ze dan misschien door hongerige mannen worden besprongen? Nee, hier speelt namelijk nog een andere kwestie mee. Militairen dragen hun uniform uit functie. Dat is iets anders dan een kort rokje of een Abercrombie trui dragen omdat je dat mooi vindt staan of fijn vindt zitten. Gewoon, omdat je het wilt zeg maar. De vrijheid van militairen wordt dan ook niet fundamenteel aangetast door het uniformverbod. Sterker nog, de fundamentele vraag moet worden opgeworpen wat het dragen van het uniform buiten werktijd überhaupt voor nut heeft voor militairen? Dat geldt voor de nettere uniformen, maar helemaal voor het gevechtspak – bloemetjespak of camouflagepak in de volksmond – dat primair is bedoeld om operationeel in te functioneren (lees: vechten). Ik heb nooit begrepen waarom militairen van de landmacht regelmatig in dat tenue lopen buiten werktijd (marine en luchtmacht zie je vrijwel nooit in gevechtskleding over straat gaan). Waarom is de standaardregel niet dat militairen alleen in uniform lopen als zij daadwerkelijk in functie zijn? Wat is de meerwaarde van het uniform in de openbare ruimte?

Stukje herkenning en draagvlak
Op deze vraag komen gewoonlijk vage, emotionele antwoorden. Dieuwertje doet een poging daar vandaan te blijven. Zij noemt herkenbaarheid voor de burger, van diegenen die zijn uitgerust met het geweldsmonopolie,  als belangrijk argument het uniform te dragen in de openbare ruimte.

Voor de politie gaat dat argument inderdaad op. Agenten staan middenin de samenleving en verlenen hun dienst zeer direct naar de burger toe. Denk aan het opnemen van aangiftes, het assisteren bij noodsituaties, of het optreden bij overlast. De politie moet zichtbaar en aanspreekbaar zijn. Laten we wel zijn: dat geldt voor militairen een stuk minder. Het karakter van hun werkzaamheden betekent nu eenmaal dat ze hun werk veelal verscholen voor de samenleving doen. Op de Nederlandse heide en kazernes, op missie in het buitenland, hoog in de lucht of midden op zee. Dieuwertje stelt dat het handig is als burger te weten wie jou onder dreiging van geweld mag benaderen en wie niet. Maar hoe vaak komt het voor dat een militair op die wijze moet ingrijpen in het dagelijks leven? Vrijwel nooit. Bovendien dragen militairen per definitie geen wapen als zij buiten functie zijn, ook niet als ze wel in uniform reizen. Als zijn actieve aanwezigheid op straat bij uitzondering gewenst is – bij een grote dreiging bijvoorbeeld – dan zal hij in functie herkenbaar zijn aan het uniform – en eventueel wapen – dat hij dan wel draagt. Er is dus geen probleem.

Ook komt het verhogen van de esprit de corps door het dragen van het uniform langs. Dat is een aanname die nergens op gebaseerd is. Het groepsgevoel van eenheden ontstaat in functie, door samen te oefenen, te vechten en af te zien. Door elkaar er doorheen te trekken op moeilijke momenten. Als het uniform daar al een rol bij speelt is dragen tijdens werktijd en op missie voldoende. Daar doet een verbod niets aan af.

Vaak komt ook het argument van draagvlak om de hoek kijken. Zichtbare militairen zouden mensen een veilig gevoel geven en draagvlak onder de bevolking creëren. Het eerste punt is zeer twijfelachtig: in landen als Nederland, waar zichtbaarheid van militairen niet gebruikelijk is, kan de zichtbaarheid juist bijdragen aan een gevoel van onveiligheid. Er zal wel iets zijn als er opeens overal militairen in uniform opduiken. En dat is ook prima: op die wijze kan men er ook van opaan dat er echt iets is wanneer de krijgsmacht opeens heel zichtbaar wordt.

Bovendien is het nog maar de vraag of zichtbaarheid leidt tot draagvlak. Weer een mooie aanname, maar waarop is deze gebaseerd? Het Nederlandse bevolking waardeert militairen (in 2010 met een 7,3), maar dat vertaalt zich niet altijd automatisch in steun voor bepaalde missies of zelfs voor een toereikend Defensiebudget. Verhelp je dat door zichtbaarder te zijn als krijgsmacht? Hoogstens iets, maar het gevaar dreigt dat diezelfde krijgsmacht haar kerntaken minder effectief kan uitvoeren als het verhogen van draagkracht opeens tot core business wordt gemaakt. Hier rust simpelweg een grote verantwoordelijkheid voor politici: zij moeten een robuuste verdediging van landsbelangen als topprioriteit beschouwen, ook als dat niet de grootste zorg van het volk heeft.

Wijze woorden
Dieuwertje heeft natuurlijk een punt als zij stelt dat wij wel een keuze in hebben in hoe wij reageren op terroristische dreigingen. Dat moet met een rechte rug, door onze liberale en democratische waarden hoog in het vaandel te houden en niet te veranderen in een politiestaat. Het tijdelijk uittrekken van het militaire uniform buiten functie doet daar echter niets aan af. Militairen kunnen het met trots blijven dragen daar waar het nut heeft: tijdens werkuren. Waarom koste wat het kost in uniform blijven lopen, terwijl de meerwaarde daarvan onduidelijk zijn en de risico’s evident.

Dieuwertje eindigt met de wijze woorden van Chomsky. Laat mij er voor het evenwicht dan ook maar een grote denker bijslepen.

“Alle oorlogvoering is gebaseerd op misleiding.

Als u kundig bent, lijk dan onkundig; als u u actief bent, lijk dan passief.

Als u dichtbij bent, lijk dan veraf; als u veraf bent, lijk dan dichtbij.” (Sun Tzu)

[Stephan de Vries]

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s